Angst

  • ma, 30 mrt 202014:15
door het coronavirus zijn veel mensen angstig geworden; een psychologische beschouwing

De recente ontwikkelingen omtrent het coronavirus hebben impact op ons allemaal. Er overkomt ons iets waar we moeilijk de controle over kunnen krijgen. Wat we zien is dat er een collectieve angst lijkt te ontstaan. Met allerlei gekke uitwassen zoals het hamstergedrag van dingen die eigenlijk helemaal niet schaars zijn. We dachten te leven in een wereld waar alles maakbaar was en waar wij de regie hadden maar de werkelijkheid is anders. Angst is een menselijke emotie die nuttig kan zijn om te overleven zolang ze maar beheersbaar is. Je zou angst kunnen definiëren als ‘bang zijn voor dingen die je niet ziet’. Bij angst weet je niet vanuit welke hoek het gevaar komt zodat je alert wordt. Zodra je invloed kunt uitoefenen vermindert de angst. Je probeert door te handelen controle te krijgen op de situatie. Vandaar dat je op zoek gaat naar informatie en dat je ervoor zorgt dat je alles in huis hebt om te overleven.

Het angsthormoon zet je aan om in actie te komen. Kenmerkend voor angst is dat het een irreële component heeft. De milieudreiging kan veel dodelijker voor de mensheid zijn maar daar is de gemiddelde mens ‘verontrust over’ in plaats van panisch angstig. De kans dat je overlijdt door het virus, is voor gezonde mensen niet bijzonder groot maar juist het onzichtbare maakt dat de menselijke geest zelf een verhaal gaat maken op basis van niet reële gedachten. En ons gevoel gaat met het verhaal aan de haal. Je ziet dat de informatie uit het nieuws bij sommige mensen een overlevingsdrang oproept. “Dit virus kán (direct) dodelijk zijn dus we moeten in de survivalmodus.” Om te overleven heb je in basis drie dingen nodig: zuurstof, voedsel en een dak boven je hoofd. Daarom zie je dat sommige mensen ook meteen gaan hamsteren (waarbij mij de logica van toiletpapier in het geheel ontgaat). Mensen zijn kennelijk kuddedieren. In tijden van onzekerheid kies je voor het veiligheidsgevoel van de groep omdat dit meer overlevingskans biedt dan dat je in je eentje wat gaat ondernemen.

Vanuit psychologisch oogpunt interessant om na te gaan waar deze collectieve angst vandaan komt en wat de reactie bepaalt. Het virus treft ons als gemeenschap dus we zitten allemaal in hetzelfde schuitje en moeten het als groep oplossen. Als angst de kop opsteekt dan ontstaat  ‘het fight-flight syndroom’ (Vecht-of-vluchtreactie). Bij angst wordt het lichaam voorbereid op actie; je wilt dus wat dóen. Maar als het onderwerp van je angst niet grijpbaar is dan kán je moeilijk iets doen. Die actiegedrevenheid zoekt dan een andere uitweg; je gaat dan bijvoorbeeld klappen voor de hulpverleners. Dit gedrag is naast een uiting van dankbaarheid ook een verbeelding van de angst. Angst kan hierdoor getransformeerd worden tot iets anders. Ondanks onze onmacht zijn we toch in staat om te handelen. In tijden waarin het gevoel van veiligheid wordt ondermijnd (wat terrorismedeskundige Beatrice de Graaf het theater van angst noemt) wordt angst omgezet in een gevoel van medeleven, saamhorigheid en zelfs dankbaarheid. Met elkaar iets dóen voelt goed.

Steken we elkaar aan met onze angsten? ‘We wonen in één van de meest veilige landen van de wereld, maar we zijn nog nooit zo bang geweest’. Massapsycholoog Jaap van Ginneken heeft een diagnose voor hamsterwoede: de wereld lijdt weer eens aan ‘gezondheidspaniek’, vertelt hij. Dat zag hij eerder bij de Mexicaanse griep, de gekke koeienziekte, sars en ebola. We vrezen het ergste en gaan dan soms rare dingen doen. Maar waarom reageren we dan zo? Volgens Van Ginneken heeft het te maken met ons instinct. Dat focust bijna automatisch op plotselinge en afwijkende gebeurtenissen, in dit geval dus een onbekend virus. Dingen die we niet kunnen zien, maar potentieel gevaarlijk zijn, maken ons éxtra bang. Op internet zien we abstracte plaatjes die het virus moeten voorstellen: rode bolletjes met stekels. Het is er wel maar je ziet het niet, vandaar dat de angst zich ontwikkelt. Als individu kun je jezelf wapenen tegen paniek door je goed te informeren en alert te zijn. Dat heeft het kabinet goed begrepen. Omdat het ene individu het ander beïnvloedt, en ook massa’s op elkaar reageren, kan het gebeuren dat er ineens een run ontstaat op supermarkten om zakken aardappelen, pasta en blikken bonen in te slaan. Als het erop aankomt zijn we meer kuddedier dan we zelf beseffen. Strakke regels en streng optreden tegen overtreders voorkomt dat de kudde op hol slaat.