Geluk

  • vr, 05 jan 201820:09

In onze nieuwsbrief proberen we altijd in te haken op een aspect dat we in onze adviespraktijk tegenkomen. Als we mensen vragen naar hun ambities dan horen we regelmatig dat ze ‘gelukkig’ willen zijn. De vraag is echter wat daarmee bedoeld wordt. Geluk is een gevoel dat per individu verschilt.  Het is zoals de Romeinse keizer Marcus Aurelius definieerde: ‘het geluk in uw leven hangt af van de aard uwer gedachten’.


Het menselijk brein heeft hogere en lagere regionen oftewel, we onderscheiden de gebieden waar het denken zich afspeelt en het terrein van de emoties en gevoelens. Met ons verstand interpreteren we de emotie die we waarnemen. Onze basis emoties zijn van belang om te overleven. We worden bang als we een gevaarlijk dier zien, we walgen van bedorven voedsel, we worden boos als ons iets wordt afgepakt en we worden blij als we iets lekkers te eten krijgen of als we de juiste partner gevonden hebben. Deze laatste twee hebben te maken met het genot- en lustcentrum in onze hersenen.

Genotsbeleving zou je kunnen zien als een beloningssysteem van de hersenen. Het beloont je ‘met een stroomstootje’ om te laten weten dat je op de goede weg bent. Het hersengebied dat in belangrijke mate verantwoordelijk is voor deze beloning heet ‘nucleus accumbens’. In feite is de mens constant op zoek naar een beloning door een genots-impuls. Daarmee komen wij terecht in een cyclus van behoefte-bevrediging-beloning. Stel dat je honger hebt; dan ga je op zoek naar voedsel. Als je gegeten hebt dan merkt het lichaam dat en je genotscentrum geeft dan een stroomstootje als beloning. Normaliter stop je dan met eten. Ratten die zelf hun beloningscentrum konden besturen drukte honderden malen per uur op het geluksknopje. Ze aten echter niet meer, hadden geen seksueel contact en gingen in korte tijd dood. Als je onmiddellijke behoeften bevredigd zijn dan sterft het genot weg om ruimte te maken voor toekomstige behoeften. Kenmerkend voor de hersenen is dat ze streven naar een situatie van evenwicht. Als begeerte de balans verstoort dan proberen de hersenen dat te herstellen.

Naast deze basisbehoeften die roepen om een vervulling (eten, warmte, toiletbezoek, seksualiteit) is er  ook een complexer patroon van aspecten waar mensen voldoening in zoeken. In dat kader wijzen we op de motivatietheorieën  van Maslow, Herzberg of Bandura (met zijn kenmerken van lerend gedrag).  De nucleus accumbens blijk ook een verhoogde reactie te vertonen als gevolg van activiteiten waarvan je brein gelooft dat het voordelig kan zijn. Als je bijvoorbeeld verwacht een grote prijs te gaan winnen dan worden alle acties die in die richting gaan beloond zonder dat er daadwerkelijke bevrediging uit voortkomt. De hersenen hebben deze speelruimte nodig om te streven naar doelen die verder in de tijd liggen. Je kunt dus genot ontlenen aan secundaire doelen. Je maakt je dus een voorstelling van de potentiële beloning bijvoorbeeld; ‘als je veel geld hebt dan koop je dure parfum zodat je in de smaak valt bij een mogelijke levenspartner’.

Zo is het ook mogelijk om een positieve prikkel te krijgen vanuit het werk. Als je geluk definieert als ‘een fase waarin je je onafhankelijk kunt bewegen en alle dingen kunt doen die je wilt’ dan is ieder succes dat je in je werk behaalt een stapje in de goede richting. Het probleem is echter dat mensen zich veelal niet bewust zijn van hun uiteindelijke doel en alleen in beweging komen om een prikkel te krijgen. Je zou werken dan als een verslaving kunnen zien, een middel om op het geluksknopje te kunnen drukken. Het lost niets op maar het geeft wel een goed gevoel.

Geluk zou je ook kunnen definiëren als ‘datgene wat je in je beleving net zou kunnen bereiken’ en alle stappen in die richting geven je een goed gevoel. Tegelijkertijd blijft er een behoefte ontstaan om telkens weer in beweging te komen. Als je een ideale situatie hebt bereikt, ben je dan gelukkig? Of anders gezegd: hoe lang ben je gelukkig met die nieuwe auto?

De wereld om ons heen laten allerlei plaatjes zien van mensen die gelukkig zijn. Dat roept begeerte op. Dat betekent dat je telkens een nieuw geluksdoel zoekt en het vervolgens nooit zult bereiken. Je bent  pas werkelijk gelukkig als je kunt genieten van het hier-en-nu. Zolang je over de snelweg raast heb je weinig oog voor al het mooie dat de omgeving te bieden heeft. Het geluk kan ook zitten in ‘een vers kopje thee’ of in ‘het geluid van een merel die zijn lied zingt’.  Stel jezelf doelen die binnen je bereik liggen. Daar haal je de meeste voldoening uit. In onze vorige nieuwsbrief hadden we het over ‘(protestantse) werkethiek’ en de ‘drang om te presteren’ die onze westerse cultuur kenmerkt. Tijdens een rondreis door Cuba zag ik meer gelukkige mensen dan hier in ons welvarende Nederland. In een cultuur die gedomineerd wordt door  begeerte is geluk moeilijker te vinden.