Populisme

  • vr, 05 jan 201820:01

In deze nieuwsbrief dit keer geen voorbeeld uit de praktijk van Bokslag maar een korte beschouwing over een actueel thema; ‘het populisme’. Populisme komt van het Latijnse ‘populus’, dat “volk” betekent. Populisten pretenderen dan ook uit naam van het volk te spreken. 


Populisme heeft als voedingsbodem de tegenstelling tussen de gevestigde orde en het volk. Je zou het een soort bijverschijnsel van de (westerse) democratie kunnen noemen. Kiezers voelen zich niet gehoord en zoeken naar een bepaalde vorm om uiting te geven aan hun onbehagen. Populisten werpen zich op om de politici die hen misleiden de stem van het volk te laten horen. Het populisme zegt te vertrouwen op het gezonde verstand van gewone mensen en vindt dat de wil van het volk het uitgangspunt moet zijn in de politiek. We zien populisme overigens zowel bij linkse als bij rechtse stromingen. Kenmerkend voor populisme is dat de beweging zich vertegenwoordigd voelt door een charismatisch leider. Deze biedt mensen de mogelijkheid om zich te identificeren met iemand die ‘hen begrijpt’. De leider simplificeert de politiek en vertelt ‘het volk’ in eenvoudige en duidelijke taal waar ‘het’ om gaat. De leiders van populistische bewegingen zijn in de regel geen doorsneefiguren. De leider belooft een nieuwe orde te scheppen waarin wordt voldaan aan de wil van het volk. De nadruk wordt gelegd op de gemeenschappelijke (nationale) identiteit wat er toe kan leiden dat het zich richt tegen alles wat bedreigend kan zijn. Deze vorm van populisme kan ontaarden in vormen van racisme. Het populisme biedt mensen een gevoel van samenhorigheid. De aanhangers willen graag ergens bij horen, zij voelden zich voorheen onbegrepen en ongehoord in de samenleving maar hebben nu een stem. Een populistisch leider kan alleen maar groeien als hij een podium heeft. De rol die de media speelt bepaalt dan ook in belangrijke mate hoe een beweging zich ontwikkelt. Doordat de populistisch leider zich weinig conformistisch gedraagt trekt hij de aandacht van de media en creëert zo een platform waarop hij zijn ideeën kan ventileren. De boodschap van een populist is veelal beperkt tot een enkel item waarvan hij weet dat het leeft onder het volk.

Als een populistische beweging eenmaal aan de macht komt dan maakt ze kennis met de mores van het politieke spel. Populisme heeft een beperkte partij-structuur; het is eerder een beweging zonder duidelijke organisatiegraad dan een partij. Het radicale partij-programma blijkt niet uitvoerbaar te zijn en er moeten compromissen gesloten worden. De leider verliest gaandeweg zijn glans. De geschiedenis heeft geleerd dat aanhangers teleurgesteld worden en zich na verloop van tijd van de leider afkeren. De consequenties van het feit dat ze hun stem hebben laten horen (bijvoorbeeld in een referendum) worden vaak niet doorzien; de gevolgen kunnen echter rampzalig zijn.                 

Opmerkelijk is dat populisme niet alleen de kop opsteekt als het economisch minder gaat. Ook in tijden van voorspoed kan het volk het gevoel hebben dat er niet geluisterd wordt en dat het allemaal anders moet. Veelal heeft dit te maken met het idee dat er in de nabije toekomst bedreigingen op de loer liggen die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan.

Psychologisch gezien is het verschijnsel ‘populisme’ als volgt te verklaren. Mensen zijn kuddedieren en een kudde heeft nu eenmaal een leider nodig. De behoefte aan een sterke leider komt vooral naar voren als er sprake is van ‘angst’. Als er zwaar weer op komst is dan wil je als het ware kunnen vertrouwen op een goede kapitein. In dat kader is het belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen ‘angst’ en ‘bang zijn voor’. Als je ergens bang voor bent dan heeft dat een onderwerp. Je bent ‘bang voor dat hondje’; je kunt er dus iets aan doen door bijvoorbeeld een straatje om te lopen. Als je ergens bang voor bent dan is dat bespreekbaar omdat je het kunt benoemen. Angst daarentegen heeft geen definieerbaar onderwerp maar is een algeheel gevoel van onbehagen. Je loopt als het ware in een bos en je weet dat er een tijger is maar je ziet hem niet. Ben je angstig, dan is het lastig om die gevoelens te verwoorden. Een populistisch leider neemt het voortouw en verwoordt jouw angsten. Het leven wordt weer overzichtelijk opgedeeld in ‘goede en slechte mensen’. Het volk is het slachtoffer van politici die alleen maar met zichzelf bezig zijn en het is een geruststellende gedachte dat die misstanden worden aangepakt.           

Het uitgangspunt dat mensen verstandige, weldenkende wezens zijn die zelfstandig rationele beslissingen kunnen nemen is dus maar beperkt waar. Dat beseft een populistisch leider zich terdege. Hij weet ook door een gemeenschappelijk vijandsbeeld te scheppen mensen achter zich te krijgen. Psychologisch een interessante vraag: wat beweegt een populistisch leider? 

Interessante lezing over populisme door Maarten van Rossem: